- Diagnostiek
- Informatie
- Therapie
Spraakontwikkeling
In de eerste 5 jaar van een mensenleven groeit de taalvaardigheid enorm. Wat begint met een beweging en blikrichting om iets duidelijk te maken, eindigt in een woord, zin of heel verhaal. Het is dan ook niet vreemd dat er bij sommige kinderen in deze spraak/taalontwikkeling iets anders verloopt.



Alle kinderen in Nederland gaan naar school. De school verwacht dat het kind zich sprekend kan redden. Een kind met een achterstand in de spraak/taalontwikkeling kan hierdoor in problemen komen.
Vroegtijdige onderkenning van een niet goed verlopende spraak/taalontwikkeling en behandeling hiervan zijn essentieel voor de verdere ontwikkeling van een kind.
Een logopedist kan de spraak/taalontwikkeling van uw kind onderzoeken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde tests. Ook worden uitingen van uw kind geanalyseerd en vergeleken met de spraak/taalontwikkelingsnormen behorend bij de leeftijd van uw kind.
Op deze wijze wordt inzicht verkregen in het spraak/taalontwikkelingsniveau van uw kind in vergelijking met zijn/haar leeftijdsgenootjes.
De logopedische behandeling gebeurt in samenwerking met de ouders. Meestal bestaat de behandeling uit adviezen, begeleiding van de ouders en directe behandeling van uw kind.
Kinderen kunnen al voor het 2e jaar worden aangemeld voor onderzoek en/of behandeling van de spraak/taal. Op die leeftijd kan worden vastgesteld of de voorwaarden om te komen tot een goede ontwikkeling van de taal aanwezig zijn.
Aan onze taal zijn verschillende aspecten te onderscheiden:
- Taalbegrip:
Allereerst is het belangrijk dat een persoon begrijpt wat anderen tegen hem zeggen. Het gaat hierbij om het begrijpen van woorden, zinnen en gesprekken.
- Woordenschat:
Om goed te begrijpen én te kunnen spreken moet de persoon beschikken over een woordenschat.
- Zinsbouw:
Daarnaast moeten deze woorden in een grammaticaal goede zin worden gezet. Een verandering van de volgorde van de woorden in een zin kan leiden tot een volledig andere betekenis. Bijvoorbeeld: “De man loopt in het bos.” of “De man loopt het bos in.”
- Intonatie:
De wijze, waarop wij een zin uitspreken, voegt betekenis toe aan wat we zeggen. Zo kan door de beklemtoning van één bepaald woord de betekenis van een zin veranderen.
Bijvoorbeeld: “WAAR ga jij naar toe?” betekent iets anders dan “Waar ga JIJ naar toe?”
- Communicatieregels:
Daarnaast heeft iedere cultuur eigen communicatieregels. Zo gebruikt een Nederlander gemakkelijk ‘je’ en ‘jij’ als aanspreekvorm. In België wordt de u-vorm meer toegepast. De afstand die we tot elkaar nemen, het oogcontact, het gebruik van gebaren, het wel of niet geven van een hand bij de begroeting zijn allemaal ongeschreven regels die horen bij de taal van een cultuur
Vertraagde spraak/taalontwikkeling
Wanneer een jong kind nog niet of opvallend minder spreekt dan leeftijdsgenootjes, onvolledige / kromme zinnen gebruikt, niet goed begrijpt wat er gezegd wordt of slecht verstaan wordt, is er mogelijk sprake van een vertraagde spraak/taalontwikkeling. Een vertraagde spraak/taalontwikkeling kan samenhangen met een andere probleem, zoals een slechthorendheid of een algehele achterstand, maar een vertraagde spraak/taalontwikkeling kan ook op zichzelf staan.
Een vertraging in de spraak/taalontwikkeling geeft vaak problemen, omdat het kind niet door de omgeving begrepen wordt en zich niet goed kan uiten. Dit kan tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt opstandig en driftig als het niet begrepen wordt of het gaat zich juist steeds meer terugtrekken. Ook het leren op school kan moeizamer verlopen.